De 12-jarige Reindt moet naar het armenwerkhuis als zijn vader weggaat; zijn moeder kan werk krijgen bij een boer waar hij niet kan wonen. Lybiech komt in het armenwerkhuis omdat haar moeder overlijdt na de geboorte van een broertje. Haar vader is al weg, dienstplichtige in het leger van Napoleon.
Het is hard werken, streng, weinig plezier en vooral: opgesloten zijn. Beiden hopen op ontsnapping uit het werkhuis, - als hun vaders terug komen.