Thomas en Hardjònò zijn vrienden. Als Nederland in 1941 aan Japan de oorlog verklaart staan ze opeens aan verschillende kanten.
Thomas moet met andere Nederlanders buigen onder het Japanse geweld. Alle bezit wordt van de blanken afgepakt. De mannen worden krijgsgevangen genomen. De achterblijvende vrouwen en kinderen lijden honger, want hoe moeten ze aan eten komen zonder inkomsten? Het lijkt een oplossing als alle blanken hun huis moeten verlaten om naar kampen te verhuizen. Het blijkt de hel, met - nog steeds - honger, ziektes en vernederingen. Het blijkt nog erger te kunnen als Thomas zijn moeder en zusje achter moet laten, omdat hij naar een jongenskamp moet.
Hardjònò sluit zich aan bij Indonesische opstandelingen tegen het Nederlandse gezag.
Als de oorlog voorbij is, verscherpen de tegenstellingen. Alle allochtonen moeten het land uit; dat is iedereen met minder dan de helft aan Indonesische voorouders.
Houdt de vriendschap stand?
Bijzonderheden:
Gebaseerd op het leven van een informant wiens ervaringen model hebben gestaan voor Thomas.