Peye is niet gelukkig in Amsterdam. Hij is koud en hongerig. Zijn moeder kan niet goed voor hem zorgen. Zijn vader kent hij niet. Als hij hoort dat zijn vader in Nieuw-Amsterdam woont, gaat hij als scheepsjongen mee naar Amerika.
Hij vindt een wrede wereld met soldaten, geweld, slavernij en agressie tegen indianen. Ondanks alle afkeuring van de volwassenen sluit hij vriendschap met een zwarte slavenjongen en een indiaans meisje.