Gitte wordt als klein meisje door haar moeder achtergelaten in een weeshuis. Als ze veertien is, verkoopt de weeshuisvader haar aan een kermisgezelschap. Van hen leert ze hoe ze haar kostje bij elkaar kan scharrelen met zakkenrollen.
Als ze wordt betrapt, kan ze alleen aan de doodstraf ontkomen door als spion naar Spanje te gaan. Voor het oog om haar vader te zoeken; in werkelijkheid om voor de geuzen informatie te stelen.