In 1942 wordt de jonge dokter Adriaan Wiering bij verstek ter dood veroordeeld. Hij heeft meegedaan aan het verzet.
Met een vervalst persoonsbewijs duikt hij onder op Texel. Hij vindt er geluk zoals hij nog niet eerder gekend heeft. Bij de boerenfamilie die hem hartelijk opneemt, en in zijn werk in het ziekenhuis; hij treft een bekwaam leermeester, die als een vader voor hem is.
Het paradijs verandert in een hel als een bataljon Russische soldaten in opstand komt tegen de Duitsers, - in april 1945, weken voor de bevrijding.